Rekenvoorbeeld
terugval in inkomen door arbeidsongeschiktheid
Als voorbeeld: uw medewerker verdient € 2.000 per maand. Maar krijgt rugklachten en deze zijn blijvend. UWV stelt na twee jaar verzuim vast dat uw medewerker voor 50% arbeidsongeschikt is. Dan komt uw medewerker in de loongerelateerde WGA-uitkering (LGU). Wat zijn de gevolgen voor zijn of haar inkomen?
Van € 2.000 naar € 1.200 of minder per maand
De eerste twee maanden is dit 75% van € 2.000.
Uw medewerker ontvangt de eerste twee maanden 75% van het oorspronkelijke salaris van € 2.000. De eerste twee maanden komt dat neer op € 1.500.
Blijft uw medewerker gedeeltelijk werken? Dan ontvangt hij de eerste twee maanden 75% van het verschil tussen het oude en het nieuwe loon. Stel: uw medewerker verdient met werken € 500, dan wordt de uitkering € 1.125 euro (2000 - 500 = 1500 x 75% van 1.500 is 1.125). Samen met het inkomen uit werk van € 500 maakt dat € 1.625 totaal.
Na twee maanden is dit 70% van € 2.000
De medewerker krijgt na twee maanden 70% van zijn oorspronkelijke salaris. Dat is in dit voorbeeld € 1.400.
Blijft uw medewerker gedeeltelijk werken? Dan ontvangt hij 70% van het verschil tussen het oude en nieuwe loon. Uitgaande van € 500 inkomsten, dan wordt de uitkering € 1.050 (2000 - 500 = 1500 x 70% van 1.500 is 1.050). Samen is het totale inkomen na twee maanden € 1.550.
Hoe lang krijgt uw medewerker deze uitkering?
Hoe lang deze uitkering duurt, is afhankelijk van het arbeidsverleden van uw medewerker. De loongerelateerde WGA-uitkering (LGU) duurt minimaal 3 maanden en maximaal 24 maanden.
Restverdiencapaciteit
Als de uitkeringsduur van 24 maanden verstreken is, beoordeelt UWV de situatie opnieuw. Is uw medewerker nog steeds 50% arbeidsongeschikt? Dan bekijkt UWV of uw medewerker minimaal de helft van de ‘restverdiencapaciteit’ verdient: er wordt gekeken wat uw medewerker mogelijk nog zou kunnen verdienen.
In dit geval is dat € 500 euro (de helft van de € 1.000 die uw medewerker zelf nog zou kunnen verdienen). Er zijn dan twee mogelijkheden voor de vervolguitkering. Dit is afhankelijk of de restverdiencapaciteit wordt behaald.
Als uw medewerker de helft van zijn restverdiencapaciteit verdient, heeft hij recht op een WIA-loonaanvullingsuitkering. De hoogte hiervan is 70% van het oorspronkelijke loon min de restverdiencapaciteit. Als uw medewerker € 500 blijft verdienen, krijgt hij/zij een loonaanvullingsuitkering van € 700 (70% van 2000 - 1000 euro). Samen is het inkomen dan
€ 1.200.
Mogelijkheid 2: Vervolguitkering
Lukt het uw medewerker niet om de helft van zijn restcapaciteit te verdienen? Dan krijgt hij/zij een WIA-vervolguitkering. Dit is een percentage van het wettelijk minimumloon. Iemand die 50% arbeidsongeschikt is, krijgt als vervolguitkering 35% van het wettelijk minimumloon. Dit betekent een enorme terugval in inkomsten. En let op: een vervolguitkering vervalt als UWV een herbeoordeling uitvoert en de medewerker alsnog minder dan 35% arbeidsongeschikt verklaart.